Welke “ik” heeft het voor het zeggen?

De winterse vlokken dwarrelen om mij heen, buiten is het donker en de wereld is bedekt met een laagje sneeuw. Ik zet mijn voet voorzichtig in de maagdelijke ongerepte sneeuw waar nog geen voetstap is geweest. Ik kijk om mij heen en de wereld ziet er anders uit. Een laagje winter over alles heen, wat een schitterend gezicht. Het is al donker en voorzichtig loop ik naar mijn fiets.

“Natuurlijk kan ik op de fiets naar huis”, zachte banden, rustig rijden ik heb dit vaker gedaan. Een collega waarschuwt nog voor het barre weer buiten en zij raadt mij aan op de fietspaden te fietsen of op de weg als er niet is gestrooid. “Komt goed, ik ben niet van plan om te vallen”, hoor ik mijzelf lachend zeggen. “Ik ook niet”, roept mijn collega terug. Ik schuif met mijn handschoen de sneeuw van mijn zadel zet het licht aan op mijn fiets, werk-tas in mijn fietsmand en stap op de fiets. Het gaat wel constateer ik. Nog geen maar meter rustig rijdend op de weg zie ik een auto de grip op de weg verliezen en langzaam schuift hij mijn kant op. In een fractie van een seconde doe ik een poging de auto te ontwijken en ik val. “Mijn voet”, hoor ik mijzelf roepen. Daar lig ik in de sneeuw en al snel voel ik die mooie zachte sneeuwlaag in mijn kleding kruipen en mijn huid raken. Ik voel handen onder mijn oksels en iemand probeert mij op te tillen. Voorzichtig ga ik staan en voel met mijn voet op de grond. Het gaat, constateer ik. Ik beweeg wat en mijn voet voelt pijnlijk aan, mijn been trilt. De hulp wuif ik weg, stoer als ik mij voordoe. Natuurlijk kan ik naar huis fietsen, beetje beweging en kou is altijd goed tegen pijn, houd ik mijzelf voor. Ik leg de ketting op mijn fiets, maak mij klaar voor de rit naar huis. Thuisgekomen voelt het toch allemaal iets pijnlijker, ik kan nauwelijks op mijn voet staan en besluit mijn voet hoog te leggen.

Helaas een gebroken voet, de foto’s in het ziekenhuis wijzen op een kleine breuk in mijn middenvoetsbeen. Gelukkig valt het mee constateer ik, alweer grappen maken en met enige opluchting verlaat ik het ziekenhuis. Voet in het verband volgende week terug.

Twee dagen later loop ik de trap af, en ik glijd met mijn sok wat ongelukkig van de bovenste traprand, daar ga ik. De afdaling is ingezet en ik probeer uit alle macht mijn voet te ontzien. Voorbij de helft weet ik mijzelf af te remmen zodat ik niet door de ruit naar buiten schuif. Alles doet zeer, mijn knie vooral. “Flinke kneuzing”, constateert de huisarts.

Daar zit ik in de lappenmand. De opdracht rust te houden. Alles is blauw op mijn lichaam en ik kan mij door de pijn moeilijk concentreren. Dan besluit ik op dringend advies van mijn omgeving om thuis te zijn en rust te nemen voor mijn herstel.
Wat kan ik dat moeilijk, luisteren naar pijn. Mijn ontwikkelde natuur wil door de pijn heen waardoor ik mijzelf push om door te gaan. Die “pusher” in mij heeft het echter nu niet voor het zeggen. De “pusher” probeert: “Je kan toch wel doorgaan, met je hoofd is niets aan de hand hoor, er is genoeg te doen, werk wacht en je moet gewoon even doorgaan. Daar is niets mis mee. Je hebt toegezegd de deadline te halen, dat lichaam volgt wel, rusten kan je nog als je oud bent”.

De andere stem van mijn verlangende “ik” zegt: “Het is winter, neem je tijd, kom tot rust (allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal je mijn rust en Vrede geven), keer naar binnen, geef liefde aan je lichaam, het is oké om goed te luisteren en zacht te zijn. Je hoeft niet te vechten tegen jezelf. Gods liefde is voor je, naast je en om je heen”. “Voed je met mij, spreekt de stem van Gods Geest in mijn binnenste. “Ik gebruik deze situatie om bij jezelf en bij mij te komen”.

Herkenbaar? Misschien heb je wel andere stemmen die oude patronen in je willen laten herinneren, je weg houden van je nieuwe voornemens. Stemmen die ervoor zorgen dat je niet vernieuwt maar oude versleten paden blijft volgen. Gods stem en de stem van je andere ik (vernieuwde mens) wil gehoord worden, alleen al het andere overschreeuwt soms of is zo vertrouwd dat je er geen aandacht aan geeft.
Simply Jesus, het jaarthema van 2019 in Leef!. De intense stem van Jezus die in je vernieuwde natuur spreekt, spreekt tot jou en mij. Waar luister je naar? De kracht van het geweld, alles wat moet, je agenda, tijd, omgeving, drukte, problemen… de stem van je oude natuur die je wilt verleiden om uit je oude natuur te handelen. Of luister je naar die andere “ik”, je verlangende “ik”, die voornemens heeft gesteld voor dit jaar?

Het afgelopen jaar ben ik bewust vanuit de seizoenen gaan leven. De seizoenen die parallel lopen aan processen in mijn leven en mij daarbij kunnen helpen om daar goed naar te luisteren. De natuur brengt mij tot stilstand, verwondering en Gods schepping spreekt. Begin 2019 nam ik mij voor om de winter te omarmen en mij door God van binnenuit nog dieper te laten voeden, herstellen en vernieuwen. Als een zaad of wortel in de grond die in het donker, in de bescherming van de aarde kracht opdoet om uit te lopen en te ontkiemen in de lente.

Deze week van rust heeft mij diepe vernieuwde kracht gegeven, herstel treedt in en mijn hoop richt zich naar boven op mijn maker.

Wat is jouw voornemen? Ben je er nog bij? Ben je je bewust welke stem het voor het zeggen heeft in je? Leef je uit je vernieuwde natuur of laat je het oude spreken. Zoals anderen mij aanraadde om te luisteren, daag ik je uit om goed te luisteren. De lente dient zich aan, kan je ontkiemen in je nieuwe natuur of heeft de stem van je oude “ik” het nog vaak voor het zeggen? We hebben twee oren gekregen en één mond met de bedoeling om goed te luisteren naar God, jezelf en anderen om je heen. Waar luister je de laatste week naar? Welke stem mag in jou gehoord worden? Volg je de vernieuwde verlangens voor 2019!

Simply Jesus, eenvoudig is het niet, vernieuwend en krachtig is het zeker!!

Dagmar