Zo aan het einde van mijn zwangerschap is er nog maar één ding waar ik aan kan denken.
De vluchtkoffer. Die moet ik nog inpakken. Nee geen koffer voor een vlucht naar Spanje ofzo, een vluchtkoffer in geval ik met spoed naar het ziekenhuis moet om te bevallen. Hoewel ik het ergens nog niet zo nodig vind, raast het steeds door m’n hoofd dat ik het nog moet doen. ‘Niet zo optimistisch, ook jou kan wat overkomen, pak die koffer in’, zeg ik tegen mezelf.
Meer inspiratie om over te schrijven heb ik op het moment niet. Alles in mij maakt zich klaar voor een kind dat komen gaat.
En wat een voorbereiding kost dat. Al dagen ben ik aan het slepen, sjouwen, opruimen en schoonmaken. Allemaal voor de baby. Alle gesprekken die ik heb gaan over de baby, alle gedachten die ik heb gaan over de baby. Nu heb ik nog tijd. Straks niet meer.
Ik denk niet dat God het me kwalijk neemt nu ik daar zoveel mee bezig ben. Sterker nog, ik denk dat Hij het in me heeft geplant. Dat het hoort bij een goede voorbereiding. Focus.
En dan is daar is daar die stille stem. ‘Hoe goed ben je voorbereid op Míjn komst?’ Meteen denk ik aan het verhaal van de 5 goede, en de 5 slechte meisjes.
Waar ik vroeger een waarschuwende stem hoorde, ‘pas maar op, jij hoort niet bij die 5 goede maagden. Kijk naar jezelf, je bid weinig, je leest weinig uit de Bijbel, jouw olielamp is niet genoeg gevuld’, hoor ik nu een stem van een vader, die weet hoe hij met Zijn kinderen moet praten, ‘Hoe goed ben je voorbereid?’ En dat is alles. Geen verwijt.
Ik denk na. Ik weet het niet. Ik lees elke dag de Bijbel en bid elke dag. Ik weet dat ik Zijn kind ben. Het is niet veel. Wat kan ik nog meer doen voor een goede voorbereiding?
Voor m’n komende baby weet ik het wel. En als ik het even niet weet, dan zijn antwoorden makkelijk te vinden. De kraamhulp en verloskundigen staan al vanaf het begin van de zwangerschap voor me klaar.
Maar nu, nu weet ik het even niet zo goed.
Wat is voor mijn eigen Vader ‘goed voorbereid’? Waarom weet ik het antwoord niet?
‘Papa, wat wilt U dat ik doe?’ Fijn zou zijn als een stille stem me direct het antwoord gaf.
Ik begin te googelen en vind vanalles wat nodig is voor de komst van Jezus.
1. Waakzaamheid en nuchterheid
(1 Tessalonicenzen 5:4-6; Romeinen 13:11-12)
2. Helder inzicht en fijngevoeligheid
(Filippenzen 1:9-10; 1 Johannes 3:3)
3. IJver en trouw
(Matteüs 24:45-47; 25:19-21; 2 Korintiërs 5:9)
4. Behoedzaamheid en onderscheid
(Matteüs 24:4-5; 2 Tessalonicenzen 2:1-3; 1 Johannes 4:1-6)
Ja dat zal het zijn. Dit kan veel beter. Ik moet nog meer mijn best doen.
Maar de vraag die blijft…
‘Hoe goed ben je voorbereid?’
‘Ik weet het, kan beter, ik doe m’n best God.’
En dan ineens besef ik het. Dit was niet wat God van me wilde, Hij stelde me deze vraag niet om een ‘heilige’ van me te maken, of om me te laten zien hoe slecht ik ben en altijd zal blijven, nee Hij stelde me deze vraag om een plekje in mijn drukke hoofd te krijgen. ‘God is een jaloers God’ zegt mijn religieuze ik. ‘Nee, (ja) maar dit is wat Ik bedoel: Ik wil dat je goed voorbereid bent als Ik kom. Als je Mij op een dag ontmoet, herken je me dan? Zal je zicht helder zijn? Weet je dan echt Wie Ik ben?’
Het blijft bijzonder wat er gebeurd als de Heilige Geest ruimte krijgt in je drukke hoofd. Even niks anders, alleen Hij. Antwoorden kunnen dan soms ineens zo helder zijn.
Dus als ik Hem ontmoet, weet ik dan Wie Hij is? Herken ik Hem? Of heb ik door alle drukte niet goed naar Hem gekeken, geluisterd en is er een verkeerd beeld ontstaan?
Wauw, God wil niet dat ik onvoorbereid ben, voor míj. Hij weet wel wie ik ben. Als Vader ken je je kinderen. Maar ken ik ook al Zíjn ins en outs? Heb ik me die ook eigen gemaakt zodat ik op Hem lijk?
Hij is er niet op uit om ons leven moeilijk te maken. Wat Hij wil is qualitytime. En soms is daar een simpele vraag voor nodig.
Verdient zo’n geweldige papa niet op z’n minst een beetje meer tijd?
Ja, ook als we hoogzwanger zijn?
Sarah