Ik kan me nog herinneren dat ik als kind altijd graag bramen plukte. Van die lekkere paarse dikke sappige bramen die bijna van het steeltje afvielen. Maar af en toe stond je dan tussen de doorns die diep in je huid krasten omdat die lekkerste en dikste bramen net iets hoger zijn als waar je bij kon. Of dat je net op het favoriete plekkie staat en dan lek gestoken wordt door paardenvliegen of woedende wespen omdat je te dicht bij hun nest komt. Maar het ergste nog vond ik het als mijn vriendjes dikkere of meer bramen plukte dan ik. Als ik dan thuis kwam met een zak vol bramen was er altijd een dankbare moeder die ze snel afspoelde en dan aten we er met elkaar van. Nee; bramenjam maakten we eigenlijk nooit. Dat was wel jammer want dat deden mijn buren wel.
We gaan vandaag beginnen met het thema: “Gras bij de buren”. Het gaat natuurlijk over het vergelijken met anderen. Het lijkt zo vaak dat het leven van de buren makkelijker lijkt. Ze gaan op vakantie en hadden ook al een nieuwe keuken? Of je collega die wel met zijn auto naar het buitenland mag en daar op kosten van de baas mag tanken.
En wat is het heerlijk als je vakantie hebt dat je niets hoeft te doen. Je zou toch maar nooit hoeven te werken. Wat een zaligheid… of??
Natuurlijk zou ik graag langer vakantie willen hebben of een nieuwere auto. Maar ik zit in mijn 50ste levensjaar dus ik heb net mijn motorrijbewijs gehaald, zo’n dikke vette racer of een lay back Harley… zou ook gaaf zijn. En waarom niet? Er zijn zoveel mensen die het wel hebben.
Een paar maanden geleden was ik op Indonesië. En ik was geschokt van de armoede. Hoeveel mensen die 7 dagen in de week knetterhard werken en al blij zijn met een beetje rijst. Ik vierde mijn verjaardag in een hutje zonder vloer, zonder keuken, zonder douche, zonder slaapkamers, zonder privacy. Maar er woonden wel mensen in. En ondanks hun armoede waren ze lief. Voor mij, voor elkaar, voor hun kinderen. En ze dankten God voor zijn zegeningen. Ik ben ook wel in armoede geweest waar mensen toneelstukjes opvoerden om maar geld los te krijgen. Waar ze de benen van hun zelf of hun kinderen moedwillig braken om te kunnen bedelen. Immers wij als rijke westerlingen willen wel helpen als we het zielig genoeg vinden. Of als we genoeg verschil kunnen maken. Dat gevoel had ik hier helemaal niet.
Maar!!! Waarom zou ik oordelen over van alles. Natuurlijk heb ik een mening, vaak zou ik willen dat ik dat niet had. Wat weet ik nou echt over armoede?!
Anderen lijken zoveel liever, vrijgeviger of toleranter?! Kan ik er niets aan doen? Ja hoor, ik kan het oefenen of gewoon accepteren dat ik anders ben.
Als ik vind dat het gras bij mijn buurman groener is dan kan dat een goede waarneming zijn. Dat trekt vanzelf bij als het gaat regenen. En als ik wil kan ik natuurlijk de sproeier aan zetten. Dat kost wel wat maar ik kan het me veroorloven.
Ik ben blij dat het even regent.
Feiko