Rambo en ik liepen vanmorgen door het park. Rambo is de hond van Robin, onze oudste zoon. En zo na een half jaar af en toe de hond uit laten heb je wat mensen die je inmiddels leert kennen. Zo ook vanmorgen de spontane ontmoeting met een mevrouw die volgens mij hele dagen wandeld. Ze heeft nogal een zwaarmoedig wereldbeeld. Samen hebben we gemeen dat we graag over God en geloof praten. Daarbij steken we onze mening niet onder stoelen of banken.
Vandaag begreep ik dat het de schuld was van het geloof dat er overal oorlog was. En dat de kerk alleen maar het geloof gebruikt om mensen te onderdrukken. Ze is nogal stellig. Degenen die mij kennen zeggen dat vast ook over mij. Maar bij haar probeer ik altijd extra niet stellig te zijn. Hoe doe ik dat dan? Door vooral open vragen te stellen of meerdere kanten van een overtuiging te vertellen.
Inmiddels had ze me al verteld dat ze haar hele jeugd naar de kerk moest en dat ze dus best wel wat van de Bijbel af wist. Maar dat ze een (ik zal de letterlijke vertaling niet citeren) …. hekel had aan alle regeltjes etc. Als iemand altijd heel boos doet, in krachttermen of in overtreffende trap spreekt dan weet je al dat ze eigenlijk heel onzeker zijn. Dus ik was niet onder de indruk van haar tirade. Ik vroeg haar of ze zich nog herinnerde hoe Jezus al de regels en wetten samenvatte in twee zinnen. Zonder op antwoord te wachten kletse ik door dat deze hoofdpersoon uit die dikke Bijbel zei dat wij God moeten liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf. Stel je eens voor dat iedereen dat zou doen zou er dan nog oorlog of een nood zijn op de aarde? “Nee” antwoordde ze, “dat denk ik niet”. Ik verwachtte dat we samen op onze knieën zouden gaan om haar leven aan Jezus toe te wijden. Maar geheel onverwachts kwam er een tsunami over de kleding van de dominees, priesters etc. En dat dit toch nergens op slaat en alleen maar een uiting van macht zou zijn…. En dat God hier toch niets mee te maken wilde hebben?
Tja, even nadenken. Toen vroeg ik haar naar het hoe en waarom voor het uniform van de brandweer, het leger en de politie. Natuurlijk begreep ze dat heel goed maar met het autoritaire dat er bij hoorde had ze toch wel moeite. Ik vertelde haar dat God niet zoveel op had met kleding. Dit maakte haar zichtbaar nieuwsgierig waarop ik verder ging door uit te leggen dat Hij de mens gemaakt had zonder kleding. Terwijl ze knikte zei ik dat ik toch wel blij was dat we inmiddels wel kleren hebben want, niet alleen de 2 graden Celcius, maar ook om nu naakt samen in het park te staan kletsen zou toch best gek zijn. Terwijl we samen lachten legde ik uit dat God aan de andere kant ook weer heel veel met kleding heeft want Hij geeft heel gedetailleerd aan hoe de priesters er uit moeten zien. Dus ik legde uit dat het voor mij niet veel uitmaakt wat ik draag maar als het voor mijn toehoorders wat uit maakt dan pas ik me zeker aan!
Thuisgekomen moest ik denken aan het verhaal van John dat ik vanmorgen had gelezen. Een beetje een maffe verschijning van een jonge kerel. Gekke kleren aan en een vreemd dieet. Een man die de hoofdstraat niet opzocht maar “de achterhoek” rondliep en mensen opriep om zich te bekeren. Hij zocht geen populariteit, droeg gekke maar functionele kleding en ook schroomde zich ook niet om de politieke en geestelijke leiders op niet mis te verstane wijze te vertellen wat hun zonden waren. En waarom deed Hij dat? Hij wist dat als wij onze zonden zouden belijden en God zouden gehoorzamen dat dan Jezus zou komen en ons zou redden!
Ik ben Johannes de Doper niet. Maar ook ik geloof net zo stellig als hem dat de oplossing voor alles in die ene persoon Jezus Christus ligt. En dat als wij de samenvatting van Jezus op dezelfde manier als de eerste gemeente tot onze levensvisie en missie zouden maken dat onze mooie stad er heel snel heel anders uit zou zien. Die eerste gemeente waren mensen zoals jij en ik. Verre van perfect maar verlangend naar liefde en relatie en een doel in het Leven!
Feiko