Afgelopen week keken Robert en ik op tv naar ‘the island with Bear Grylls’. Een uitdagend experiment waarin de kandidaten maar liefst 35 dagen moeten overleven op een onbewoond eiland. Op zoek naar eigen eten en overleven op eigen kracht.
Dit seizoen waren er in de groep 2 sociale klassen. De ‘hoger opgeleiden’, artsen etc. En, zonder de rest nu ‘lager’ te noemen, de overige groep mensen die werden benoemt als ‘het gewone volk’.
Tijdens de dagen op het eiland werd de groep al gauw op ‘natuurlijke’ manier onderverdeeld in deze klassen, en verhuisde het gewone volk in z’n geheel naar de ene kant van het eiland. En hoewel ze contact hadden met elkaar, hielpen ze elkaar maar minimaal. Met als gevolg ook minimaal te eten.
De vooroordelen en aannames vlogen van het beeldscherm af. Opvallend genoeg waren de mensen die werden benoemd als ‘het gewone volk’ degene die de andere groep negatief afschilderde. Ze veroordeelden zichzelf en de ander, zonder dat ze het door hadden!
Lang verhaal kort: aan het eind, na een succesvolle gezamenlijke missie die veel lekker voedsel opleverde, bleken de hoogopgeleide artsen toch wel heel leuke en gezellige mensen te zijn. Een van de deelnemers concludeerde zelf: “het zat meer in mijn hoofd wat ik dacht dat zij van mij zouden vinden en ik heb ze niet eerlijk beoordeelt.”
Van 1 groep, naar een splitsing, omdat “ik dacht dat jij dacht…”
Terug naar een eenheid, omdat “ze toch blijken…”
Vooroordeel, negatieve gedachten en aannames, over jezelf of een ander, zijn zo snel! In ons hoofd plaatsen we mensen in categorieën en plakken we labels op. Zo snel, maar met groot gevolg. Want wat als we, in plaats van denken dat de ander… eens praten? En er dan achter komen dat het anders is. Of wat als we in plaats van praten over, samen voor een missie gaan? En er dan achter komen dat we zoveel gemeen hebben!
En zo blijk je helemaal niet eenzaam te hoeven zijn op een eiland. Delen en samenwerken levert je niet alleen iets op voor jezelf, maar je helpt er ook een ander mee.
Deze maand spreken we in LEEF! 4 weken over ‘I CAN(‘T)’
Ook het denken “ik kan het niet” zit soms in je hoofd, of zelfs in je levenspatroon, zonder dat je er erg in hebt.
Zou het dan ook zo kunnen zijn, dat we onze aanname over wat je ‘niet kan’ eens bij moeten stellen? Stel… je kunt het wel?
En om het af te sluiten, de bijbel quote: “I can do ALL things through HIM who strengthens me.” (Filipenzen 4:13)
Als je dit niet herkent, of het patroon in je denken is: “ik kan niet…” dan focus je je misschien iets te veel op ‘ik’ ipv op ‘HEM’. Want zeker weten, ik kan het niet uit mezelf, maar ik kan alles aan door HEM!
Nathanja